De Siamese bruinvistweeling werd dood opgevist als bijvangst op een kotter even buiten Hoek van Holland

[Nienke Beintema, nrc.nl]

[7 juni 2017] Wat was hij er graag bij geweest, vorige week, aan boord van die vissersboot. Maar nu moet Erwin Kompanje, zeezoogdierkenner van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, zich tevreden stellen met de foto’s. Want het dier waar het om gaat, is door de vissers teruggegooid in zee. Of liever gezegd: de dieren. Het gaat om een Siamese bruinvistweeling: één lijf en twee hoofden. Pasgeboren en dood opgevist als bijvangst op een kotter even buiten Hoek van Holland.

„De vissers wilden ze niet mee aan land nemen, want dat is illegaal”, vertelt Kompanje. „Bruinvissen zijn zeezoogdieren, en dus beschermd. Daarom hebben ze de Siamese tweeling weer overboord gezet. Doodzonde. Het eerste wat ik dacht toen ik die foto’s zag was: wáár is ‘tie! Dramatisch.”

Samen met twee collega’s schreef Kompanje een artikel over de vroeggestorven bruinvis in Deinsea, het online tijdschrift van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam. JAAP deed de lay-out van het artikel in Deinsea.

Unieke vondst

Het is een unieke vondst, die wegens de bijvangstregels snel weer terug de Noordzee in ging. Nog nooit eerder was er ergens op aarde ooit een Siamese bruinvistweeling gevonden. Dit is ook pas de tweede waargenomen tweeling bij bruinvissen, en nog maar de tiende Siamese tweeling bij walvisachtigen ooit. De meeste zijn gevonden in een dode moederwalvis. „Ik had graag een serie CT-scans gemaakt om te kijken hoe deze tweeling er vanbinnen uitzag”, zegt Kompanje. „Hoeveel longen hadden ze? En hadden ze een gedeeld hart? Ik had het skelet graag willen printen met een 3D-printer.”

Zeer weinig tweelingen

Tweelingen zijn zo zeldzaam bij walvisachtigen, vertelt Kompanje, omdat er in de buik van de moeder simpelweg niet genoeg ruimte voor is. De baby’s zijn relatief groot en de draagtijd is lang: tien tot elf maanden voor een bruinvis van 1,5 meter, 12 tot 16 maanden voor een Groenlandse walvis van 15 meter. De jongen moeten volledig ontwikkeld zijn en zelfstandig kunnen zwemmen als ze ter wereld komen. Er is dus een sterke natuurlijke selectie tegen tweelingen. Als er al eens een ontstaat, dan treedt vaak spontaan abortus op.

„Dat geldt al helemaal voor Siamese tweelingen”, vertelt Kompanje. Die ontstaan uit één bevruchte eicel, waarbij er iets misgaat bij de eerste delingen. Meestal is zo’n vruchtje niet levensvatbaar. Of de tweeling overlijdt vlak na de geboorte. „Bij wilde dieren kom je daar dus moeilijk achter. Hooguit bij dieren in gevangenschap.”

Levend geboren

Deze kleine dubbele bruinvis is voldragen en levend geboren, ziet Kompanje aan de foto’s. Want de staart, die in de moederbuik nog slap is, is al stijf. Maar hij heeft niet lang geleefd. De rugvin is nog slap, er zitten nog snorharen bij de neus. Die verliest een bruinvis vlak na de geboorte. „Misschien hadden ze een samengesteld hart, dat niet sterk genoeg was voor twee”, zegt Kompanje. „Dat had ik heel graag willen uitzoeken.